Bron: Pixabay.com
Om wetten te maken voor de EU zijn er twee instanties opgericht. Het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie (of EU-raad of Raad). Deze laatste mag niet verward worden met de Raad van Europa, die helemaal geen EU-instelling is.
Het Europees Parlement wordt om de 5 jaar rechtstreeks door de Europese bevolking gekozen en telt 751 zetels. Het aantal Europarlementariërs per land staat ruwweg in verhouding tot het aantal inwoners. Het minimumaantal is 6, het maximum 96. In ons land vallen die verkiezingen samen met de gewesten en gemeenschappen. In sommige landen is er maar één kieskring, in België zijn er drie. Een Vlaamse (12 zetels), Franse (8 zetels) en Duitstalige (1 zetel) kieskring. Opgeteld heeft België dus 21 Europarlementariërs. Elk land kan vrij bepalen welke kieskringen vastgelegd worden.
Bron: Bpol
In het gearceerde deel op de kaart kunnen de inwoners kiezen of ze voor Franstalige of Nederlandstalige kandidaten stemmen. Dit gebied omvat alle Brusselse gemeenten en de 6 faciliteitengemeenten rond Brussel, die tot Vlaams-Brabant behoren. Dit is het resultaat van de splitsing van BHV (Brussel-Halle-Vilvoorde).
In België kan je dus stemmen voor de traditionele politieke partijen. Eens alle Europarlementariërs verkozen zijn, sluiten al deze personen zich aan bij een fractie of op Europees niveau, een groep genoemd. Dit kan je een beetje vergelijken met een soort Europese politieke partij. Zo verenigen alle Christen-Democratische partijen, waaronder CD&V, cdH, maar ook het Duitse CDU, zich in één fractie. Om een geldige fractie of groep te kunnen vormen zijn er minstens 25 leden nodig en de fractie moet minstens 1/4 van de landen bevatten (momenteel dus minstens 7 landen).
Hieronder vind je de verdeling van de fracties/groepen en landen in het Europees Parlement:
Laatste update: 15 juli 2016
De NI zijn Niet-Ingeschreven personen, zij behoren tot geen enkele fractie.
Bron: Flickr.com
De Europese Unie werkt op zeer veel terreinen: milieuwetten (landbouw, visserij), consumentenzaken, immigratie, energie, vervoer... Hieronder vind je de bevoegdheden van het parlement:
Merk op dat de Europese Commissie als enige het initiatiefrecht op wetgevingsgebied bezit. Het Europees Parlement kan wel wetten verwerpen of aanpassen. Een wetsvoorstel van de Commissie kan pas wet worden als er een goedkeuring van de Raad van het Parlement komt (soms staan het Parlement en de Raad op gelijke voet, soms heeft de Raad meer gewicht...).
Zoals elk parlement kiest ook het Europees Parlement uit zijn leden een voorzitter voor 2,5 jaar met de volgende taken:
Momenteel is de Italiaan Antonio Tajani de voorzitter.
Martin Schulz (EPP) |
Het parlement werkt op drie plaatsen. Het heeft een parlement in Straatsburg (Oost-Frankrijk tegen de Duitse grens), waar 12 vergaderingen plaatsvinden. Er is ook een parlement in Brussel, waar slechts 6 vergaderingen plaatsvinden en tot slot is er ook nog een zetel in Luxemburg-stad, waar de administratie haar zetel heeft (Secretariaat-generaal).
Bron: En.wikipedia.org
De Raad bestaat uit één minister per land en per thema. Zo komen alle ministers (1 per lidstaat) van Justitie samen om wetten te maken (meestal samen het parlement). De Raad komt in een tiental verschillende formaties (thema's, gebieden) bij elkaar. Voorbeelden zijn 'Economische en financiële zaken', 'Milieu', 'Onderwijs, jeugd en cultuur'...
Voor België stelt zich hier een probleem, België heeft niet één minister van Onderwijs, maar drie, want dit is een gemeenschapsbevoegdheid. De oplossing is dat ook ministers van deelstaten mogen deelnemen aan deze Raad. Toch mag er slechts één minister per land in de Raad zetelen. Deze minister stemt dan meteen voor het hele land, en niet enkel voor zijn/haar deelstaat. In België kunnen de Vlaamse en Franstalige minister van onderwijs elkaar afwisselen, maar ze moeten wel overleggen omdat ze zullen stemmen in naam van België.
De bevoegdheden van de Raad:
Om te stemmen over wetsvoorstellen (van de Commissie) komt de Raad in openbare zitten bij elkaar. Deze zittingen kan je zelfs via internet op video.consilium.europa.eu volgen.
Natuurlijk heeft niet elk land evenveel gewicht. Het zou natuurlijk niet eerlijk zijn dat België een even groot gewicht had als bijvoorbeeld Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Daarom heeft elke minister van een land een bepaald aantal stemmen.
Bron: Commons.wikimedia.org
Aantal stemmen | Land |
---|---|
29 | Duitsland, Frankrijk, Italië, Verenigd Koninkrijk |
27 | Spanje, Polen |
14 | Roemenië |
13 | Nederland |
12 | België, Tsjechië, Griekenland, Hongarije, Portugal |
10 | Bulgarije, Oostenrijk, Zweden |
7 | Denemarken, Ierland, Kroatië, Litouwen, Slowakije, Finland |
4 | Cyprus, Estland, Letland, Luxemburg, Slovenië |
3 | Malta |
352 | Totaal |
In de Raad wordt er per gekwalificeerde meerderheid gestemd. Dit wil zeggen dat de helft + 1 onvoldoende is om een besluit aan te nemen.
De gekwalificeerde meerderheid houdt hier in dat:
Je kan de stemprocedures simuleren op een stemcalculator van de Raad.
Om de Raad voor te zitten, krijgt elk EU-land gedurende 6 maanden de kans dit te doen. Het is dan de minister van dat land en van dat thema die de Raad voorzit (leiding geven, richtsnoeren voorgestellen en compromissen zoeken). Om er voor te zorgen dat er toch ook een beleid is op langere termijn, wordt het voorzitterschap per 3 landen gegroepeerd (18 maanden dus), die landen moeten dan een gemeenschappelijk project uitwerken.
In het najaar van 2018 is dit Bulgarije. In het voorjaar van 2019 wordt dit Oostenrijk. Je kan de volgende voorzitters hier vinden.
Enkel de Raad Buitenlandse Zaken valt buiten dit systeem, deze raad wordt altijd door de hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid voorgezeten.
Deze raden worden in Brussel gehouden (Justus Lipsius-gebouw, Wetstraat 175, 1048 Brussel), behalve in april, juni en oktober, dan worden de raden in Luxemburg gehouden (stad Luxemburg in het Groothertogdom Luxemburg).
Zoals je hierboven al kon lezen, moeten deze twee instanties vaak samen iets goedkeuren; denk maar aan de verschillende wetten en de begroting. De Commissie stuurt een wetsvoorstel naar het Europees Parlement en naar de Raad. Deze 2 instanties moeten het eens worden na twee lezingen. Indien de Raad na de eerste lezing met het standpunt van het parlement instemt, dan is de tekst een wet.
Indien dit niet het geval is, wordt een bemiddelingscomité opgericht; die bestaat uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van het parlement en de Raad. Ook een lid van de Commissie woont de vergaderingen van dit bemiddelingscomité bij. Zelfs na een overeenkomst, moet de tekst worden voorgelegd aan het volledige Europese Parlement (en kan dus verworpen worden). Deze procedure heet de gewone wetgevingsprocedure.
De onderstaande benamingen zijn aparte instellingen, maar door de gelijkaardige benamingen, halen we ze makkelijk door elkaar:
Update pagina: 20 november 2018
Log in | Belgische politiek - Belgische staatsstructuur | info@bpol.be